LEZING OVER ZIEKTEN EN PLAGEN BIJ KLEINDIEREN,

DOOR DHR. ARTS

 

Overgenomen uit Nieuwsbrief Hollanderclub nr. 27, oktober 2003.

 

Afgelopen winter heeft Dhr. H.T. Arts voor de leden van de Kleindierensportvereniging Oostelijk Flevoland een boeiende en zeer leerzame uiteenzetting gegeven over allerlei ziektes bij onze kleindieren. Het verslag van die lezing treft u hieronder aan.

 

Dhr. Arts is onder andere werkzaam op commerciële konijnenhouderijen. Hiervan zijn er in Nederland slechts een beperkt aantal. In deze vorm van konijnenhouderij worden de voedsters elke 6 weken geïnsemineerd via KI. Per jaar moet elke voedster minimaal 60 gespeende jongen leveren, dat wil zeggen dat elke voedster minimaal 6 à 7 worpen per jaar moet hebben met minimaal 10 gespeende jongen. Massaproductie dus. Aan de commerciële konijnenhouderij worden steeds strengere eisen gesteld op het gebied van welzijn. Momenteel wordt op het Praktijkonderzoek Veehouderij in Lelystad onderzoek uitgevoerd naar diervriendelijker huisvestingssystemen waarbij voedsters in grotere groepen samenleven. Elke voedster heeft daarbij een eigen nestruimte dat alleen door haarzelf te betreden is.

 

Ziekten bij konijnen

Geslachtsziekte bij konijnen. Deze ziekte wordt vaak overgebracht door schijnbaar gezonde rammen. Het uit zich door korsten op de geslachtsopeningen. Een gevolg van een infectie kan zijn dat dieren niet drachtig willen worden. Tegen geslachtsziekte kunnen de dieren door de dierenarts worden behandeld. Dit kan met behulp van het middel Duplocilline of engemycine, een antibioticum dat vooral werkzaam is tegen syphilis bacteriën. Het middel moet onderhuids worden ingespoten.

 

Snot. Snot wordt veroorzaakt door de bacterie Pasteurella. Het kan zich op velerlei wijzen manifesteren. Uierontsteking is qua bacteriële infectie verwant aan snot. Als de jongen de besmetting overleven zullen ze de bacterie wel bij zich dragen. Tegen snot en longontsteking kan geënt worden met Cunivak Past of behandeld worden met doxycycline of oxytetracycline.

 

Schurftmijt in oren of in de nek. Schurftmijt in de nek is te herkennen aan de ‘roos’vorming op de huid; grote huidschilfers die tussen de haren zichtbaar zijn. De dieren kunnen er jeuk van krijgen. Bestrijding is mogelijk door een injectie met Ivomec of door Oramec door het drinkwater te mengen. Ook de huid goed natmaken met alcohol werkt goed. Schurftmijt in oren komt weinig voor.

 

Dikke buikenziekte. Bij dikke buikenziekte functioneert de blinde darm niet goed meer. Het treedt vaak op bij snel groeiende dieren; de blinde darm kan dan de groei niet meer bijhouden. In de dikke darm wordt het vezelige voer verteerd. Een konijn kan gezien worden als een herkauwer zoals koeien en schapen. Bij herkauwen wordt het voer voorverteerd waarna de darmen in staat zijn om de voedingsmiddelen op te nemen. Het ‘herkauwen’ bij konijnen uit zich doordat het konijn slijmerige, onverteerde mestballen direct na het verlaten van het lichaam opeet. De slijmerige ballen passeren onaangetast de maag waarna in de darmen de eigenlijke vertering pas echt op gang komt. Doet hij dit niet dan kan de dikke darm onvoldoende functioneren en zal het voedsel dus niet verteren. Het dier produceert alleen maar slijm, zonder mest en de dikke darm raakt verstopt. Zieke dieren zijn te genezen met speciaal voer (met zinkbacitracine) dat op voorschrift van de dierenarts te verkrijgen is. Dit voer moet echter in zodanig grote hoeveelheden worden afgenomen dat de hobbyfokkerij er niet bij gebaat is (denk aan het aanmaken van entstof tegen NCD bij kippen; ook hiervoor zijn grote eenheden beschikbaar die bij aanschaf voor slechts enkele dieren erg duur zijn). De bacterie die dikke buikenziekte veroorzaakt is besmettelijk. Om deze bacterie te verwijderen moet het gehele hok goed worden schoongemaakt, inclusief voerbakken, en vervolgens uitgebrand en ontsmet.

 

Moerziekte. Moerziekte is hetzelfde als slepende melkziekte. Hierbij heeft het dier dat net gejongd heeft een verkeerde energiebalans. Dit treedt met name op bij te vette dieren. Door de voedster direct na het jongen een zeer energierijk voer te geven kan het dier in de juiste energiebalans worden gebracht. Het voer kan hiervoor worden overgoten met wat roosvicé.

 

Kale neus, kale oren. Dit is een uiting van een schimmelinfectie die overigens ook besmettelijk is voor de mens.

 

RHD (ook wel VHS genoemd). Deze ziekte kan leiden tot zeer snel overlijden van besmette dieren. De kleine bloedvaten gaan hierbij lekken waardoor het dier (inwendig) doodbloedt. Jonge dieren zijn de eerste 8 weken van hun leven beschermd tegen deze ziekte. Daarna zijn ze er echter wel vatbaar voor. De meeste dieren die besmet raken, overlijden eraan. Slechts een klein percentage overleeft de besmetting. In zeer korte tijd kan een gehele stal besmet raken. Enting is mogelijk. De enting dient jaarlijks herhaald te worden. Tussentijds enten van jonge dieren is raadzaam. Er zijn 3 entstoffen bekend: Arvilap, cunical en dercunimyx. RHD is besmettelijk en wordt overgebracht door muggen maar ook wel door contact met besmette zaken zoals (groen)voer en de handen van de verzorger. Bij enting tegen RHD (en ook bij myxomatose) is het raadzaam om bij elk dier een schone naald te gebruiken omdat anders kans op overdracht bestaat.

 

Myxomatose. Deze ziekte wordt overgebracht door muggen. Kenmerkende symptomen zijn zwellingen op de kop (rond ogen, neus en mond) die sterk kunnen etteren. Tegen myxomatose kunnen konijnen eveneens preventief worden geënt met lyomyxovax of dervaximyxo SG 33 of met dercunimyx. Deze enting kan worden gecombineerd met die tegen RHD.

Overdracht van ziekten door muggen treedt vooral op in perioden dat het buiten overdag nog lekker warm is maar ’s nachts al flink af kan koelen. Onder deze omstandigheden zoeken muggen een warme plek voor de nacht, ze zoeken dus de warmte van de dieren op en brengen vervolgens ziekten over.

 

Ziekten bij hoenders

Marek is een ziekte die verlamming geeft van de besmette dieren. De besmetting treedt op als de kuikens nog jong zijn. Op professionele broederijen worden kuikens direct na uitkomst uit het ei tegen deze ziekte geënt. Sommige rassen sierhoenders zijn vatbaar voor Marek; binnen vatbare rassen kunnen echter stammen voorkomen die minder vatbaar zijn. Marek wordt vaak pas zichtbaar op de leeftijd dat de dieren volwassen gaan worden. Een typisch verschijnsel is dat de dieren blijven zitten, met de poten vooruit. Ze hebben te weinig kracht meer om op te staan.

 

Gumboro. IBD of Gumboro is een jeugdziekte waarbij de organen als de bursa en de zwezerik aangetast worden. Hierdoor is het immuunsysteem lam gelegd en krijgen de dieren veel andere infecties als darmontsteking en huidontsteking. Ook gaan ze veel sneller dood en groeien onvoldoende uit tot een mooie kip. Het lijkt wel AIDS bij de mens. Op zich is deze ziekte niet dodelijk maar de bijkomende verschijnselen zorgen voor de erge kwalen.

 

Kalkpootmijt. Deze mijt komt over het algemeen voor op de poten van kippen. De mijt zit verborgen onder de beenschubben en uit zich doordat zijn afvalstoffen onder de schubben uit’groeien’ waardoor de typische kalkpoten zich vormen. Een andere verschijningsvorm is de bleke kop bij jonge dieren waarbij de kale huid gaat schilferen. Na enige tijd (enkele weken tot enkele maanden) verdwijnen de verschijnselen. De kalkpootmijt is te bestrijden door een onderhuidse injectie met Ivomec in een dosering van 0,1 ml per kg kip, van de 1% verdunning die verkocht wordt voor runderen en schapen.

 

NCD. NCD, New Castle Disease ofwel pseudo-vogelpest is besmettelijk en kan grote schade doen aan onder andere bedrijfspluimvee. Om overdracht te voorkomen moeten dieren die (tijdelijk) van adres wijzigen, geënt worden. De enting geeft ruim een halfjaar bescherming aan de dieren. De enting kan op verschillende manieren uitgevoerd worden. De aangemaakte entstof is slechts enkele uren houdbaar en wordt over de dieren in de ogen en neus gesproeid. Hier dient rekening mee te worden gehouden bij enting van hobbydieren op verspreid liggende adressen.

 

Bloedluis. Bloedluis, eveneens een mijt, bezoekt ’s nachts de kippen op de stokken en drinkt dan bloed uit de huid van de dieren. Overdag houden ze zich schuil in kieren in het hok. Bij grote concentraties bloedluis kunnen dieren zich slap gaan voelen. De conditie wordt minder en de dieren groeien minder hard of leggen minder eieren. Bloedluis kan dan vaak ook worden geroken in het hok. Ze verspreiden een zurige lucht. Ze kunnen worden bestreden door de kippen te poederen met Carbaryl poeder. Verder dient voorkomen te worden dat de bloedluis bij de kippen kan komen door bijvoorbeeld de stokken te plaatsen op oliebadjes waarbij de bloedluis, onderweg naar de kip, verdrinkt in olie. Bloedluis kan tevens worden bestreden door de kieren waar ze overdag verblijven, te bespuiten met bijv. Veerust (werkzame stoffen pyrethrum en piperonylbutoxide). Er zijn meerdere merken in de handel met dezelfde werkzame stoffen, vaak in wat andere verhoudingen. De ervaring is dat hiermee niet alle luis wordt bereikt waardoor, onder warme omstandigheden, snel een nieuwe populatie kan ontstaan. Ook is er een biologisch middel in de handel op basis van olie. Dit middel heeft geen dampende werking waardoor het niet in de kieren van het hout doordringt en dus minder effectief is. Onder koude omstandigheden wordt bloedluis inactief.

 

Luis. Hoenders kunnen door diverse luizen worden belaagd. Een goede methode om na te gaan welke luizen in het hok aanwezig zijn is als volgt. Een stuk golfkarton wordt opgerold en in het hok gelegd. Na een week wordt dit karton in een plastic zak gestopt en ingevroren. Na een dag wordt de rol uitgerold en kunnen de aanwezige luizen worden beoordeeld.

 

Worminfecties. Kippen die buiten lopen kunnen eenvoudig worminfecties oplopen. Deze dieren dienen 2 keer per jaar te worden ontwormd met bijv. Flubenol poeder dat over het voer gestrooid kan worden. Kippen die in een goed afgesloten hok verblijven, zullen minder snel worminfecties oplopen.

 

Een zieke kip dient te eten en te drinken om weer aan te kunnen sterken. Een zieke kip is echter geneigd in een hoekje te kruipen en geen voer en water tot zich te nemen. Voeding onder dwang is dan raadzaam; dit kan door een bambix papje (licht verteerbaar) met behulp van een pipet in de krop te deponeren.

 

Cees van der Wel, secr.  KDS Oostelijk Flevoland

 

Terug